zaterdag 5 mei 2012

Bejaard geweest


Vanochtend een half uur lang bejaard geweest. Ik had een besogne buitenshuis gehad. Ter plekke keek ik uit op een seniorencomplex, ingebed in weelderig groen dat zich warmde aan de voorjaarszon. Een wandelpad wenkte. Gedwee stak ik over en sloeg het weggetje in. Het voerde langs een meanderend riviertje dat op een van zijn oevers knotwilgen had staan. Aan de overkant van het stroompje lag een weiland met twee door riet omzoomde paddenpoelen. De wei, en ook de horizon, eindigde bij een rij populieren die met hun nog kale takken in de blauwe lucht krasten.

   Soezerig slenterde ik over het pad, tot ik een bankje tegenkwam dat een uitgekiend uitzicht op de natuuridylle bood. Het was een keurig opgeverfd bankje met een verhoogde zit die rekening hield met gebruikers uit het achterliggende oudemensenhuis. Toen ik daar plaats nam, slaakte ik onwillekeurig een flinke zucht. Het was er dermate aangenaam dat ik er maar een poos bleef zitten, geleidelijk verkleurend tot een bejaarde die zijn levensavond sleet op een bejaardenbankje achter het bejaardenhuis. Het deed me denken aan muzikant en schrijver Ernst Jansz, die (als dertiger) eens tegen me zei: ‘Wijsheid, daar streef ik toch naar, ben ik bang. Dat ik straks voor m’n huis kan zitten in m’n stoeltje en de wereld voorbij zie trekken en denk: ja, nou, ’t is wel goed.’
   Een half uur, toen was het mooi geweest, allez, er moest nog van alles.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten