maandag 14 januari 2013

Hoe Ikea het socialisme realiseerde


Van een bezoek aan Ikea word ik steevast een beetje ongelukkig. Ik heb al afgeleerd daar tijdens weekends of in vakantieperiodes komen, want er is weinig zo deprimerend als op te moeten gaan in een massa mensen die door een warenhuis schuifelt en uiteindelijk te belanden in een file van drie kwartier voor de kassa. Maar ook op incourante, rustige uren bij Ikea komt er iets onrustigs over me. En nou weet ik ineens waardoor: door de confrontatie met het reëel bestaande socialisme. 

Die term was zoals bekend de koosnaam die in het voormalige Oostblok werd gehanteerd toen men daar nog de proletarische staatsinrichting aanhing. Dat kwam in de praktijk eerder neer op gelijke verdeling van de armoede dan op verheffing van de arbeider. In welke uithoek van het socialistische paradijs je ook kwam, het oogde er mistroostig en grauw.

Maar het socialisme à la Ikea komt dichter in de buurt van wat de grondleggers van die leer moeten hebben beoogd. Allereerst heeft Ikea de inrichting van een huis betaalbaar weten te maken voor iedereen, dus ook voor de verworpenen der aarde. De prijzen blijven laag door een uitgekiend systeem van ontwerpen, waarbij de montage eenvoudig genoeg is om aan de klant te kunnen worden uitbesteed. Ook de onhandigste mensen krijgen de meeste meubels wel in elkaar gezet. 

Ten tweede is Ikea internationaal zo wijd vertakt, dat al die betaalbare meubels en accessoires over de hele wereld in huis worden gehaald. Zo verkoopt Ikea alleen al van de boekenkast Billy jaarlijks drie miljoen exemplaren. In Nederland heeft onderhand elk huishouden wel Ikeaspullen; wereldwijd is dat een kwestie van tijd.  

Betaalbaar met een smalle beurs, te monteren met twee linkerhanden, massaal verspreid en daardoor egalitair: dat zijn al tamelijk socialistische kenmerken. Daar komt nog bij dat de Ikeastijl consequent een frisse opgewektheid uitstraalt, die doet denken aan het vooruitgangsgeloof van oude sociale hervormers. Daarbij past ook het design-for-the-millions waarin Ikea grossiert. 

Iedereen gelukkig dus? Nou, ik niet helemaal. Dat die waterglazen, die bureaulamp, die boekenkasten en dat kinderstoeltje van me ook elders in de straat en in de stad en op de wereld staan, vind ik toch niet zo plezierig. En zo’n dagmars door het woonwarenhuis vind ik ook minder aangenaam dan gescharrel in winkeltjes met onbestemde bric à brac. 

Maar ja. De jongste aanschaf voor in huis, een kek vloerkleedje voor een heel links prijsje, kwam toch weer uit Zweden.