woensdag 16 januari 2013

Stedelijk leven: liefst een loft





Een man van een jaar of vijfentwintig bekijkt het half afgebladderde betonnen plafond, behangen met pijpen en leidingen, en schudt het hoofd: “Jammer dat ze dat niet afgewerkt hebben.” Zijn metgezellin kijkt hem ongelovig aan: “Dat hoort nou juist bij industrieel wonen.”  

Een zonnige zaterdag. Open dag in Gerard en Anton, twee enorme fabriekspanden in het hippe Eindhovense stadsdeel Strijp S. De gebouwen, daterend van de jaren twintig van de vorige eeuw, zijn verbouwd door de architectenbureaus Diederendirrix en Jo Coenen Architects. Samen hebben zij hier 244 huurlofts gerealiseerd. Die worden komend voorjaar opgeleverd. 

Toekomstige bewoners lopen de hoge, rauwe ruimtes al in gedachten in te richten; oud-werknemers herbezoeken verwonderd de vloeren waar zij vroeger machines bedienden en onderdelen assembleerden. De plafonds weten nog van die tijd, net als de goederenliften, sommige trappenhuizen, zware stalen deuren en andere industriĆ«le details. 

Dwalend door de hoge, witte fabrieksgebouwen begrijp je snel waarom loftwonen zo populair is, van New York tot Londen en Hamburg, en nu dus ook Eindhoven. De ongepolijste sfeer en de ongewone ruimtelijkheid spreken veel sterker tot de verbeelding dan kant-en-klaar-architectuur met standaardmaten en standaardtoepassingen. En met zijn stucloze draagbalken, zijn verfresten, zijn betonijzers, met al die souvenirs uit de twenties, verbindt een loft het verleden met de toekomst en oud werk met nieuw leven. 

De architecten hebben goed begrepen dat modern comfort en industriĆ«le erfenis hier een verbintenis aan moesten gaan. De keukenblokken en sanitaire kubussen passen net als de algemene verlichting goed in die gemengde sfeer. Het gemis van balkons is opgelost doordat bovenop Anton en Gerard flinke daktuinen met terrassen zijn aangebracht; de berken kunnen wel vijf meter worden. Het is daar zo’n 30 meter hoog, dus het uitzicht is riant.  

Regelrecht opzienbarend zijn de ovaalvormige trappenhuizen die Diederendirrix in gebouw Anton heeft gerealiseerd. Ze brengen overal in het gebouw licht en beweging en zorgen bovendien voor weergaloze doorkijken en allerlei lijnenspel dat voortdurend blijft fascineren. Architecturale kunst. De kale huurprijzen voor al dat fraais zijn overigens betaalbaar gebleven: 435 tot 600 euro per maand voor respectievelijk 50 en 80 vierkante meter.

Anton en Gerard staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van de herontwikkeling van heel Strijp S, een industrieterrein van 27 hectare, niet ver van het centrum van Eindhoven. Diverse voormalige fabrieken zitten daar nu al tjokvol eenlingen en bureautjes die merendeels opereren op het snijvlak van toegepaste kunst en technologie. En daarmee staat Strijp S ook niet op zichzelf, want Eindhoven profileert zich meer en meer als laboratorium voor design en high tech. Meer daarover in het nieuwe nummer van HP/De Tijd, dat vandaag verschenen is.