vrijdag 14 augustus 2015

Vakantie en het euvel van de keuvel


Foto ANP
 Door fysieke ongemakken zit er dit jaar geen vakantie in. Heel spijtig. Ik kan geen toeristische advertentie zien of ik mis het allemaal: de azuren zee, de cipressen, de haventjes van de vissers, de boulevards van de flaneurs, de pleinen met hun wenkende terrassen. Maar wat ik totaal niét mis, is al dat loze gekeuvel waarmee mensen op vakantie elkaar lastig vallen.

Ik schreef er eens een stukje over in een van de laatste nummers van weekblad De Tijd, vlak voor de fusie met HP, zomer 1990. Een kwart eeuw geleden dus, maar naar valt te vrezen onverminderd actueel. Daarom, en omdat u het zich heel misschien niet meer herinnert, publiceer ik het nog maar eens. 

>>Er valt iets te zeggen voor het standpunt dat Frankrijk een heerlijk land is uitgezonderd het jammere feit dat er zoveel Fransen wonen. Maar nog tragischer is dat er zo zovele Nederlanders komen.  

Môgge, buurman, zeker laat geworden vannacht? 

De locatie was idyllisch: een belommerde kampeerplaats aan een bergrivier die zich loom door een warm Frans Eden slingerde. Maar de helft van de campingbevolking was Hollands, én praatgraag, en dat is een combinatie die het in Eden niet echt goed doet.
Al leverde het wel enig inzicht op in campinglinguïstiek. Of buurman maar ’s lekker ging douchen. / Zo, dat friste zeker lekker op. / Dus buurman ging maar ’s boodschappen doen, ja dat moest ook gebeuren. / Nounou, dorst zeker, dat kreeg je wel van dit weer, trouwens in de super van het dorp was het bier stukken goedkoper, net als knakworst, al namen zij die altijd mee uit Holland, op een stel blikken scheelde dat toch gauw een tientje. / Ging buurman maar ’s lekker zwemmen? / Zo, dat friste zeker lekker op. / Dat ging er wel in, hè, zo’n biertje, en zeker met zulk weer, nou, van hun mocht het wel een graadje minder, poehpoeh. / Dus buurman ging een ommetje maken? O, je kon hier leuk wandelen hoor, als je tenminste oppaste voor slangen. / Jaja, van dat lopen werd je moe, zelf kwamen ze niet verder dan de douches, je had maar eens per jaar vakantie, zeiden ze altijd tegen elkaar. (…) 

De volgende ochtend kwam er een plek vrij aan het water, een droomplek, naast kampeerders die geen behoefte hadden aan contact. En toen werd de oplossing duidelijk: kunnen we volgens jaar met vakantie in godsnaam allemaal onze mond houden tegen elkaar?<<

 

1 opmerking:

  1. Mijn neefje vertelde vol trots dat hij ook midden in Amsterdam Centrum ging wonen. Nadat ik hem had gefeliciteerd (ik woon er zelf al veertig jaar) fluisterde ik hem mijn grootste ergernis die je als bewoner van een toeristische binnenstad zult oplopen in: als mensen die geen stelletje zijn of een relatie hebben met elkaar op vakantie gaan, zijn ze de hele dag onzin aan het praten. Overal, continue, voortdurend. In de tram, in de winkel, op de stoep, ze blijven maar doorratelen. Russen, Italianen, Brabanders, het maakt niet uit waar ze vandaan komen, ze zullen praten, praten, praten, zonder enige relevantie, niet eens ingaand op wat er in de omgeving gebeurt of opvallend is, nee puur, doodvermoeiend gelul.

    BeantwoordenVerwijderen